Mag de begeleider van een voorziening de kamer van een minderjarige cliënt betreden om te controleren of de lichten en verwarming uitgeschakeld werden wanneer de cliënt niet aanwezig is?

Art. 16 van het Kinderrechtenverdrag, art. 22 Grondwet en art. 25 DRM voorzien in een recht op privacy voor o.a. (minderjarige) cliënten in de jeugdhulp.
Een van de componenten van 'Privacy' die hier van belang is, is dat men ervan uitgaat dat iedereen in principe recht heeft op rust en isolement. Dit betekent dat men dus niet zomaar om het even wanneer de kamer van een jongere in een voorziening mag betreden.

Daarnaast speelt hier ook 'de bescherming van de woonst' (Art. 15 Grondwet)
De onschendbaarheid van de woning is een grondrecht. Niemand mag een woning betreden zonder toestemming van de bewoner, of zonder huiszoekingsbevel van de onderzoeksrechter.
De kamer van een minderjarige die in een residentiële voorziening verblijft, wordt beschouwd als zijn woonst waardoor ook deze kamer in principe enkel betreden of doorzocht kan worden mét toestemming van de bekwame minderjarige (of de ouders van de  onbekwame minderjarige), of op bevel van de onderzoeksrechter.

Van dit grondrecht kan niet op voorhand, op een algemene wijze afstand gedaan worden, bv. in een huishoudelijk reglement. Wel kunnen er concrete afspraken gemaakt worden met de (minderjarige) cliënt in kader van de veiligheid (bv. wanneer er rook van onder de deur komt, of een raam hangt te klapperen in de storm in het weekend wanneer de jongere er niet is), hygiëne (bv. wekelijks op een vast moment, wordt de kamer gepoetst door het onderhoudspersoneel), en om pedagogische redenen (bv. opvoeders kunnen onbekwame minderjarigen wakker maken en controleren of ze hun bed opmaken en of er geen etensresten in de kamer rondslingeren,...)
 

De kamer van bekwame cliënten betreden zonder hun toestemming zal niet zomaar kunnen om te controleren of de verwarming en lichten uitgeschakeld werden. De begeleiding moet dit ofwel controleren wanneer de cliënt nog aanwezig is op de kamer en toestemming geeft voor het betreden van de kamer, ofwel moeten hier op voorhand duidelijke afspraken gemaakt worden waarbij de bekwame cliënt zich achteraf op een concreet moment toch kan verzetten tegen het binnenkomen van de kamer. 

De kamer van onbekwame, minderjarige cliënten betreden om te controleren of de verwarming en lichten uitgeschakeld werden, zal sowieso kunnen met de toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers van de cliënt, maar ook omwille van pedagogische redenen.