Contact  |

Algemeen

Het oorspronkelijke Decreet betreffende de Rechtspositie van de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp (DRM) werd samen met het Decreet Integrale Jeugdhulp op 7 mei 2004 goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Op 1 juli 2006 werden de bepalingen van het DRM van kracht. 

Het DRM vertaalt de rechten die minderjarigen sowieso hebben volgens het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind IVRK, naar de context van de hulpverlening. Want ook in de jeugdhulp, behoudt een minderjarige zijn rechten.

Het decreet werd een eerste keer aangepast in 2019. 
De rechten uit het DRM zijn sindsdien ook van toepassing op kinderen en jongeren voor wie een reactie loopt in het kader van het Jeugddelinquentiedecreet én op meerderjarige cliënten in de jeugdhulp die verderloopt na 18 jaar. 

Het DRM werd afgelopen voorjaar (2024) nogmaals grondig gewijzigd. 
Deze wijzigingen gaan vooral over de rechten van minderjarigen binnen residentiële settings.
De meeste artikelen van het vernieuwde DRM zijn in werking getreden op 17 mei 2024, behalve de artikelen met betrekking tot afzondering en fixatie (inwerkingtreding voorzien op 27 mei 2027) en over het recht op verblijf in een individuele kamer (inwerkingtreding voorzien op 17 mei 2034). 

Het DRM, nu voluit 'decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en binnen het kader van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht' geldt in alle sectoren, diensten en voorzieningen die onder het toepassingsgebied van integrale jeugdhulp en het jeugddelinquentierecht vallen. Het gaat onder meer over


De rechten in het DRM zijn van toepassing op alle minderjarigen én meerderjarigen voor wie jeugdhulp georganiseerd wordt, of ten aanzien van wie een reactie loopt in het kader van het jeugddelinquentiedecreet.  

Het DRM nodigt jeugdhulpaanbieders uit tot een voortdurend proces van reflectie over het eigen handelen, tot dialoog en tot het delen van ervaringen.