Contact  |

Belang van de minderjarige

Artikel 5

Het belang van de minderjarige vormt de belangrijkste overweging bij het verlenen van jeugdhulp.

Het belang van de minderjarige wordt vastgesteld in dialoog met de minderjarige zelf. Aan de mening van de minderjarige wordt passend gevolg gegeven, rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. Bij de vaststelling van het belang van de minderjarige is tevens respect vereist voor de mening en voor de verantwoordelijkheden van de ouders.

Artikel 5 van het Decreet Rechtspositie bepaalt dat het belang van de minderjarige de belangrijkste overweging vormt bij het verlenen van jeugdhulp. Het belang van de minderjarige wordt bepaald in dialoog met de minderjarige en met respect voor de mening en verantwoordelijkheden van de ouders.

Het principe van het belang van de minderjarige is een vertaling van artikel 3 van het Kinderrechtenverdrag.

  • Het belang van de minderjarige vormt de belangrijkste overweging bij het verlenen van jeugdhulpverlening
  • Bij het bepalen wat in het belang van de minderjarige is, is het essentieel dat in dialoog wordt gegaan met de minderjarige en dat de minderjarige zelf kan uiten wat volgens hem of haar in zijn of haar belang is.
  • Wanneer het belang van het kind conflicteert met andere belangen (bv. de belangen van ouders), vormt het belang van de minderjarige de belangrijkste overweging.

Enkele actuele wetswijzigingen (2019) brachten ook een aantal grondige veranderingen in de jeugdhulp met zich mee:

  • Om te beginnen, werd de naam van het Decreet Rechtpositie (DRM) aangepast: Het DRM is nu de afkorting voor het ‘decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp en binnen het kader van het decreet betreffende het jeugddelinquentierecht’. De rechten uit het DRM zijn nu dus ook van toepassing op kinderen en jongeren voor wie een reactie loopt in het kader van het Jeugddelinquentiedecreet. Dit geldt echter niet voor de artikels 8 tot en met 10.
  • De belangrijkste wijziging is wellicht dat de rechten die het DRM voorziet nu ook van toepassing zijn op meerderjarige cliënten in de jeugdhulp.
  • Het  recht op de bijstand van een vertrouwenspersoon werd ten slotte uitgebreid naar ouders en opvoedingsverantwoordelijken. (Voor meer informatie zie thema Recht op bijstand van een vertrouwenspersoon)

1. “Het belang van de minderjarige …”

Wat het belang van de minderjarige precies inhoudt is haast niet definieerbaar, en dat is waarschijnlijk ook niet wenselijk. Immers, het belang van de minderjarige moet telkens opnieuw worden bepaald afhankelijk van de concrete situatie, in interactie met de betrokkenen, en dit doorheen heel het proces van de hulpverlening. Het belang van de minderjarige kan dus verschillen in tijd, plaats, afhankelijk van de betrokken personen, ...

Er kan natuurlijk ook een verschil zitten in het actueel en het toekomstig belang van het kind. Beslissingen die nu in het belang van het kind genomen worden, kunnen na enkele weken, maanden of jaren niet langer in het belang van het kind zijn. Daarnaast kan het belang van het kind ook vanuit een negatieve of positieve invalshoek benaderd worden. Bij de negatieve invalshoek houdt de loutere afwezigheid van een nadeel in dat het belang van het kind niet is geschaad. Bij de positieve invalshoek wordt nagegaan of er een effectief voordeel aanwezig is.

Het VN-Kinderrechtencomité verduidelijkt in zijn veertiende Algemene Commentaar ook nog eens de betekenis en reikwijdte van het ‘belang van het kind’. Het Kinderrechtencomité wil hiermee bij de overheden een gedragsverandering bewerkstelligen tegenover minderjarigen die ten volle als dragers van rechten beschouwd moeten worden.

Ter verduidelijking

In de veertiende Algemene Commentaar (2013) van het VN-Kinderrechtencomité rijkt men aan de staten een aantal richtlijnen aan om bij hun beslissingen de bepaling van het belang van het kind te realiseren. Het opstellen van een niet-exhaustieve en niet-hiërarchische lijst van elementen kan algemeen nuttig zijn. Het Comité reikt alvast enkele relevante wegingselementen aan:

  • de mening van het kind; 
  • zijn of haar identiteit; 
  • het behoud van de familiale omgeving en handhaving van relaties;
  • de zorg, bescherming en veiligheid van het kind; 
  • de kwetsbaarheidssituatie; 
  • zijn of haar recht op gezondheid;
  • zijn of haar recht op onderwijs.

We kunnen alvast een aantal aanzetten geven om een minimale invulling te geven aan het principe van het belang van de minderjarige:

1. Het belang van de minderjarige is een overkoepelend principe
2. Het belang van de minderjarige wordt vastgesteld in dialoog met de minderjarige
3. Het belang van de minderjarige wordt vastgesteld met respect voor de mening en verantwoordelijkheden van ouders

Ter verduidelijking

“BELANG VAN HET KIND” – OPENBAAR MINISTERIE

In België wordt het begrip “belang van het kind” onder meer ingevuld door het Openbaar Ministerie. De procureur des konings heeft immers als taak op te treden als de verdediger van het belang van het kind. Hij heeft in België m.b.t. de jeugdbescherming de exclusieve bevoegdheid om de Jeugdrechtbank te vatten.

Het Openbaar Ministerie vertegenwoordigt in concrete zaken het belang van het kind, en oordeelt op basis van deze afweging een zaak al dan niet voor de jeugdrechter te brengen. Het belang van de minderjarige is voor het Openbaar Ministerie m.a.w. de toetssteen om in een zaak al dan niet tussen te komen.

1.1. Het belang van de minderjarige als overkoepelend principe

Hoewel het Decreet Rechtspositie geen sluitende definitie geeft van het belang van de minderjarige, voorziet het wel in een algemeen kader waardoor het belang haar invulling krijgt, m.n. door en in de andere rechten voorzien in het decreet. Het belang van de minderjarige is namelijk een overkoepelend principe dat gelezen moet worden samen met alle andere bepalingen uit het decreet rechtspositie.

Zo is het in het belang van de minderjarige om geïnformeerd te zijn over de hulpverlening die wordt aangeboden (artikel 11); om zijn mening vrij te uiten in elke aangelegenheid die hem betreft (artikel 16); toegang te hebben tot zijn dossier (artikel 22); bezoek te ontvangen (artikel 25); op een menswaardige manier te worden behandeld (artikel 28); ...

Artikel 5 onderscheidt zich dus van alle andere artikels uit het Decreet Rechtspositie in de zin dat het belang van de minderjarige het startpunt is om de andere bepalingen uit het Decreet Rechtspositie te interpreteren. Al de specifieke rechten die worden gegarandeerd in de andere artikels van het Decreet Rechtspositie volgen op een of andere manier uit het principe van het belang van de minderjarige, en zijn er in zekere zin een detaillering van.

Het principe van het belang van de minderjarige kan op die manier gelezen worden ter ondersteuning, ter verduidelijking of ter rechtvaardiging van andere artikels uit het decreet rechtspositie.

Het belang van de minderjarige vervult ook nog een andere rol. Wanneer twee rechten uit het Decreet Rechtspositie conflicteren, is het belang van de minderjarige steeds doorslaggevend. Zo heeft de minderjarige het recht niet tegen zijn wil te worden gescheiden van zijn ouders (artikel 13 DRM). Anderzijds heeft de minderjarige ook recht op jeugdhulp (artikel 7 DRM). Het belang van de minderjarige zal uitmaken welke actie zal worden ondernomen.

Bijvoorbeeld

Tim, 10 jaar, kampte 2 jaar met ernstige psychische problemen en verlatingsangsten maar is sinds kort aan de betere hand. Zijn moeder vertelt nu aan zijn hulpverleners dat zijn juridische vader eigenlijk niet de biologische vader is. Zijn biologische vader is vertrokken nog voor hij geboren werd. Zij wil hem alles te gepasten tijde vertellen, maar heeft schrik dat hij hierdoor opnieuw angsten en psychische problemen zal ontwikkelen. Tim heeft via het DRM echter recht op alle informatie, maar uitzonderlijk wanneer de hulpverlener oordeelt dat de minderjarige (nog) niet alles moet weten, omdat het extra leed zou teweegbrengen, mag informatie tijdelijk worden achtergehouden in het belang van de minderjarige. (Dit noemt men de agogische exceptie).

1.2. Dialoog met de minderjarige

Het tweede deel van artikel 5 bepaalt zeer duidelijk dat het belang van de minderjarige vastgesteld moet worden in dialoog met de minderjarige zelf. Bij het bepalen van het belang van de minderjarige moeten jeugdhulpverleners de inzichten van minderjarigen mee in overweging nemen, en aan deze inzichten passend gevolg geven, rekening houdend met leeftijd en maturiteit.

Dit is ook van toepassing bij heel jonge minderjarigen. Deze dialoog zal natuurlijk aangepast moeten zijn aan de leefwereld van jonge minderjarigen en eventueel aan de handicap van de minderjarige. Zoals reeds beschreven gaat het hier niet enkel om een klassiek gesprek. Ook via tekeningen, observatie van non-verbaal gedrag en spelmethodieken kan veel nuttige informatie verzameld worden.

1.3. Mening en verantwoordelijkheden van de ouders

Naast de dialoog met de minderjarige is ook de mening en verantwoordelijkheid van de ouders belangrijk om een invulling te geven aan het belang van de minderjarige. Dit is logisch aangezien de ouders de eerste opvoedingsverantwoordelijken zijn van de minderjarige. Zeker bij jongeren met een (verstandelijke) beperking zijn ouders vaak bezorgd over hun toekomst.

Soms kan er echter sprake zijn van een belangenconflict tussen de minderjarige en zijn ouders. Het komt er in deze gevallen op aan zo duidelijk mogelijk te achterhalen wat de belangen van de minderjarige zijn, op welke wijze die in conflict staan met die van de ouders, en welke belangen primeren. Wat dit laatste betreft is het decreet zeer duidelijk: “Het belang van het kind vormt de belangrijkste overweging”. In sommige situaties is het misschien aangewezen om voor de minderjarige een vertrouwenspersoon aan te duiden die mee over het belang van de minderjarige kan waken.

2. “… vormt de belangrijkste overweging ...”

Hulpverlening aan een minderjarige heeft zelden of nooit enkel betrekking op de minderjarige. Tot de “cliënt” in de jeugdhulpverlening behoren ook de ouders, broers, zussen, familieleden, vrienden, leerkrachten, ... Elk van deze actoren vertegenwoordigt een bepaald belang, dat in mindere of meerdere mate conflictueus kan zijn met de belangen van de minderjarige. Wanneer in de jeugdhulpverlening belangen van derden conflicteren met het belang van de minderjarige, dient het belang van de minderjarige, overeenkomstig het decreet, de belangrijkste overweging te zijn.

De bepaling over het belang van de minderjarige is een vertaling van artikel 3 van het Kinderrechtenverdrag. Echter, daar waar het Kinderrechtenverdrag bepaalt dat “de belangen van het kind een eerste overweging vormen”, stelt het decreet rechtspositie dat het belang van de minderjarige “de belangrijkste overweging” vormt. De bepaling uit het decreet rechtspositie gaat m.a.w. verder dan de bepaling uit het Kinderrechtenverdrag. Aangezien het belang van de minderjarige de belangrijkste overweging is, moet hieraan meer gewicht worden toegekend dan aan andere belangen.

3. “… bij het verlenen van jeugdhulp”

Het toepassen van het principe van het belang van het kind is niet beperkt tot de bepalingen uit het Decreet Rechtspositie. Artikel 5 bepaalt dat het belang van de minderjarige de belangrijkste overweging vormt bij het verlenen van jeugdhulp. Jeugdhulp wordt in het Decreet Rechtspositie omschreven als “het geheel van de jeugdhulpverlening, alsook de indicatiestelling en de jeugdhulpregie die worden verricht door en voor de toegangspoort en de opdrachten die worden uitgevoerd door de gemandateerde voorzieningen, vermeld in artikel 2, §1, 17° van het decreet integrale jeugdhulp ,” (artikel 2, §1DRM).

Aangezien “het verlenen van jeugdhulp” een waaier aan activiteiten en handelingen kan bevatten, dient het overwegen van het principe van het belang van de minderjarige veel breder te worden toegepast dan enkel op die domeinen die worden geregeld in het Decreet Rechtspositie.

Het belang van de minderjarige moet niet enkel de belangrijkste overweging zijn in de individuele hulpverlening. Ook in de organisatie van de hulpverlening in de voorziening is het belang van de minderjarige een leidinggevend principe. Zo kan een residentiële voorziening, waar jongens en meisjes in aparte kamers slapen, toch oordelen dat in het belang van de minderjarige broer en zus dezelfde kamer delen.

Aan de slag

In de beoordeling van het principe “belang van de minderjarige” kunnen twee aspecten in overweging worden genomen

  1. Er moet vooreerst aangetoond kunnen worden dat het belang van de minderjarige effectief in overweging werd genomen.
  2. Vervolgens moet men kunnen aantonen dat het belang van de minderjarige de belangrijkste overweging

Volgende vragenlijst kan richtinggevend zijn bij de beoordeling van het belang van de minderjarige:

Achterhalen wat in het belang van het kind is:

Verzamel alle informatie om tot een duidelijk inzicht te komen over het belang van de minderjarige in de concrete situatie:

  • Welke rechten zijn van toepassing in de concrete situatie?
  • Hoe kijkt de minderjarige aan tegen zijn situatie?
  • Wat is volgens hem in zijn belang?
  • Is de minderjarige in staat in te schatten wat het beste voor hem is in de concrete situatie?
  • Zijn er verschillende handelingsmogelijkheden die in het belang van de minderjarige zijn?
  • Welke is volgens jou het meest in zijn belang?
  • Wat is volgens de ouders in het belang van hun kind?
  • Denkt de minderjarige daar zelf ook zo over?
  • Om welke reden verschilt de visie tussen minderjarigen en anderen over wat in het belang van de minderjarige is?

Het belang van de minderjarige afwegen tegen andere belangen:

  •     Welke andere belangen zijn er in het spel in de concrete situatie?
    • ouders? 
    • broers/zussen? 
    • familieleden? 
    • vrienden? 
    • ...              
  •     Welke zijn de belangen van deze andere actoren?
  •     Waarom verschillen ze van de mening van de minderjarige over wat in zijn belang is?
  •     Ligt de uiteindelijk genomen beslissing in de lijn van de wens van de minderjarige? Waarom wel/niet?
  •     Was in het nemen van de beslissing het belang van de minderjarige de belangrijkste overweging? Waarom wel/niet?
  •     Welke belangen wogen eventueel zwaarder door?

Het resultaat van de vragenlijst kan best in de vorm van een samenvatting worden neergeschreven in het dossier van de minderjarige. Dit maakt de hulpverlening transparanter.

Het Kenniscentrum Kinderrechten (Keki) ontwikkelde recent een stappenplan dat je begeleidt, in het nemen van beslissingen die afgetoetst zijn aan het belang van het kind. Het kind of de jongere horen in het hele proces staat daarbij centraal: Stappenplan Belang van het kind.

Meer weten

Inhoudsopgave