Contact  |

2024 - Wanneer een jongere in fugue is, dient de jeugdhulpvoorziening soms tot seinen bij politie over te gaan. Politie vraagt hierbij dan vaak wat randinformatie (bv. betrokkenheid in crimineel milieu, druggebruik, suïcidale gedachten, …). Mogen jeugdhulpverleners deze vertrouwelijke informatie delen met de politie gezien hun beroepsgeheim?

Jeugdhulpverleners hebben beroepsgeheim. Het vertrouwen van cliënten is immers van essentieel belang om aan hulpverlening te kunnen doen.
 Hierdoor kunnen hulpverleners vertrouwelijke informatie m.b.t. hun cliënten in principe niet delen met derden. Dit kan enkel met bepaalde personen onder bepaalde omstandigheden wanneer hiervoor een wettelijke uitzondering (of algemeen erkende uitzondering in de praktijk) voor bestaat. Uitzonderingen om met politie/justitie informatie te kunnen delen zijn beperkt: 
 
Met politie kan men enkel vertrouwelijke informatie delen wanneer er volgens de betrokken jeugdhulpverlener sprake is van een noodtoestand (waarbij de integriteit van personen nog steeds ernstig, concreet gevaar loopt én de politie hiervoor een oplossing kan bieden). In principe moet dat dan proactief gebeuren en moet (mag) men niet wachten op de vraag van politie in kader van bv. een verhoor.
 
Met de (onderzoeks)rechter zou men daarnaast informatie kunnen delen n.a.v. een getuigenis in rechte (of wanneer deze bv. een dossier in beslag neemt).
 
Bij het parket (procureur des Konings) kan men verder terecht om melding te maken van ernstige misdrijven (mishandeling en/of misbruik) waarvan een minderjarige, of kwetsbare personen slachtoffer zijn en waarvoor men zelf geen adequate hulp kan bieden (art. 458bis Sw.). 
 
Men kan bovendien ook informatie delen op een casusoverleg dat plaatsvindt met toestemming van bv. de procureur des Konings (art. 458ter Sw.) mbt
  1. de bescherming van fysieke of psychische integriteit v personen, of  
  2. ter voorkoming van terroristische misdrijven, of misdrijven gepleegd in het raam van een criminele organisatie
 
 
Op basis van art. 75/1 Decreet IJH kan het parket en/of (de consulent van) de jeugdrechter ten slotte ook een schriftelijke vraag stellen aan jeugdhulpverleners m.b.t. de jeugdhulp die geboden werd/loopt. Men mag hierop dan antwoord geven maar niet inhoudelijk in details gaan.
 
 
Jeugdhulpverleners kunnen politie dus op de hoogte brengen van een onrustwekkende verdwijning van een van de jongeren die ze begeleiden wanneer deze verdwijning zoals het begrip het reeds zelf zegt: onrustwekkend is. Dan is er sprake van een noodtoestand waarbij jeugdhulpverleners zich concreet, ernstig zorgen maken over de veiligheid/integriteit van de betrokken jongere. Ze kunnen in dat geval de politie inschakelen omdat deze mee een oplossing kan bieden voor de gevaarsituatie. In dat kader mag informatie gedeeld worden waarover de politie moet beschikken om haar taak adequaat uit te kunnen oefenen. 
Beroepsgeheim