Contact  |

In diverse wetgeving is sprake van een vertrouwenspersoon. Wat is het verschil tussen al deze personen?

De vertrouwenspersoon in art. 24 DRM is een ondersteunend figuur en staat de minderjarige bij in alle contacten met de jeugdhulpaanbieders, de toegangspoort of de trajectbegeleiding en in de uitoefening van zijn rechten uit het DRM. De vertrouwenspersoon van de minderjarige moet cumulatief aan 4 voorwaarden voldoen:

  • meerderjarig zijn;
  • niet rechtstreeks betrokken zijn bij de hulpverlening;
  • op ondubbelzinnige wijze door de minderjarige aangewezen zijn;
  • beschikken over een uittreksel uit het strafregister - model 2.

De Wet Patiëntenrechten voorziet niet expliciet in het recht van de (minderjarige) patiënt op ondersteuning door een vertrouwenspersoon. Dit recht kan wel worden afgeleid uit de bepalingen rond het recht op informatie en het recht op inzage in het patiëntendossier. De wet stelt geen voorwaarden om te kunnen optreden als vertrouwenspersoon. De Nationale Raad van de Orde van Artsen geeft wel enkele criteria mee in een advies van 20 februari 2010. Met name: het gaat om een natuurlijke persoon (dus geen dienst of bedrijf) die:

  • een vertrouwensrelatie heeft met de patiënt,
  • de belangen van de patiënt nastreeft,
  • door de patiënt zelf is aangeduid.

Binnen de sector van hulp aan mensen met een beperking wordt gesproken van een belangrijke betrokken derde (BVR 4 februari 2011, artikel 14). Deze persoon is aangeduid door de gebruiker om hem bij te staan, maar is geen professionele begeleider van de gebruiker. Deze belangrijke betrokken derde kan vergeleken worden met een vertrouwenspersoon binnen de jeugdhulp. Deze laatste moet weliswaar beschikken over een model 2 strafregister. De belangrijke betrokken derde kan ook vergeleken worden met een vertrouwenspersoon zoals in de Wet Patiëntenrechten, op voorwaarde dat deze persoon geen deel uitmaakt van de professionele begeleiders van de gebruiker.

Bijstand / Vertrouwenspersoon