Contact  |

Kan een minderjarige weigeren dat zijn vertrouwenspersoon inzage heeft in zijn dossier? Kan de vertrouwenspersoon de toegang tot het dossier van de minderjarige zelfstandig uitoefenen?

Art. 24 DRM bepaalt dat de minderjarige het recht heeft om zich in alle contacten met jeugdhulpaanbieders, de intersectorale toegangspoort (ITP) en het ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ), én in de uitoefening van zijn rechten opgesomd in het DRM, te laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Dit betekent dat de vertrouwenspersoon de minderjarige bv. kan bijstaan bij een gesprek met jeugdhulpverleners of bij het formuleren van een klacht. Maar ook bij de inzage in zijn dossier (wanneer het gaat om een bekwame minderjarige).


In principe staat de vertrouwenspersoon de minderjarige bij bij de uitoefening van zijn rechten maar er wordt aangenomen dat een bekwame minderjarige de vertrouwenspersoon ook (geïnformeerd, vrij en uitdrukkelijk) toestemming kan geven om hem te vertegenwoordigen bij de inzage in zijn dossier. De vertrouwenspersoon heeft dan recht op inzage in de informatie die toegankelijk is door inzage voor de bekwame minderjarige zelf (zie: het schema dossier toegang minderjarige en het schema dossier toegang van de minderjarige bij ITP, gemandateerde voorziening en sociale dienst.). Meer zelfs, want hij heeft ook toegang tot gegevens die voor de minderjarige onder de ‘agogische exceptie’ afgesloten blijven. Meer informatie hierover is te vinden onder het thema dossier.


Een minderjarige kan de toegang tot zijn dossier natuurlijk ook weigeren aan zijn vertrouwenspersoon. Het gaat immers om een recht op bijstand, geen verplichting. De minderjarige bepaalt hierbij zelf de grenzen van die bijstand. Het is wel van belang dat dit goed duidelijk wordt gemaakt. Indien de hulpverlener een dergelijke weigering niet met de minderjarige heeft besproken, mag hij ervan uitgaan dat de vertrouwenspersoon het toegangsrecht kan uitoefenen (‘omgekeerd vermoeden’).

Bijstand / Vertrouwenspersoon