Contact  |

2025 - Kan een verplichte time-out? Kan een jongere hiertoe gedwongen worden?

Het DRM werd in 2024 grondig hervormd, de meeste van deze hervormde wetsartikelen traden meteen in werking, maar er zijn enkele artikelen die pas later in werking treden. Dit geeft de instanties binnen de integrale jeugdhulp de tijd om zich aan deze artikelen (praktisch) aan te passen. Het artikel met betrekking tot vrijheidsbeperkende maatregelen, afzondering en fixatie is daar één van. Deze bepalingen treden pas in werking vanaf 17/05/2027, maar staan nu wel al uitgewerkt in de wet. Het is dan ook aangewezen deze nu reeds zo goed als mogelijk te volgen in hun nieuwe vorm.
 

VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN 

Vrijheidsbeperkende maatregelen = alle maatregelen die een beperking van de keuzevrijheid of de bewegingsvrijheid of contact met de buitenwereld van de minderjarige inhouden
 

ALGEMEEN:

Het gebruik van afzondering* en fixatie* door de jeugdhulpvoorziening wordt zo veel als mogelijk vermeden.
*Afzondering = het verblijf van een persoon in een individuele afzonderingskamer die daarvoor speciaal is ingericht of het verblijf van een persoon in een ander lokaal voor één persoon dat de persoon niet zelfstandig kan verlaten. Een time-out wordt dus enkel als 'afzondering' aanzien wanneer de betrokkene deze moet uitzitten in een afzonderingskamer of in een andere kamer die de betrokkene niet zelfstandig kan verlaten; 
*Fixatie = elke handeling of elk gebruik van materiaal of medicatie die de bewegingsvrijheid van personen beperkt, verhindert of belemmert, waarbij de personen niet zelfstandig hun bewegingsvrijheid kunnen herwinnen.
Fixatie kan de vorm aannemen van een fysieke interventie, mechanische fixatie en medicamenteuze fixatie.

Afzondering als sanctie is verboden.

Afzondering als collectieve maatregel is verboden, de toepassing van afzondering gebeurt enkel op basis van een individuele inschatting.

Elke jeugdhulpvoorziening moet een beleid ontwikkelen over de preventie van vrijheidsbeperkende maatregelen en de afbouw ervan, en in voorkomend geval, over het gebruik van afzondering en fixatie in het bijzonder en betrekt de minderjarigen en de ouders, en in voorkomend geval, de opvoedingsverantwoordelijken bij de ontwikkeling van dat beleid. De minderjarige wordt geïnformeerd over het voormelde beleid.


ONDERSCHEID TUSSEN HET GEBRUIK VAN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN ZOALS AFZONDERING TER PREVENTIE  VAN ACUUT OF ERNSTIG GEVAAR OF TER BEVORDERING VAN ONTWIKKELINGS- OF ONTPLOOIINGSKANSEN ENERZIJDS; OF AFZONDERING ALS REACTIE OP ACUUT OF ERNSTIG GEVAAR VOOR DE INTEGRITEIT ANDERZIJDS.

 

1. Afzondering ter preventie van acuut en ernstig gevaar of ter bevordering van ontwikkelings- of ontplooiingskansen van de minderjarige of anderen:
 
  • Afzondering mag alleen plaatsvinden als de minderjarige of ouders (bij onbekwame minderjarigen) ermee instemmen.
  • Het moet worden ingezet als laatste redmiddel na alle andere opties te hebben overwogen.
  • Toepassing gebeurt alleen op maat van en zo veel mogelijk afgestemd met de minderjarige, ouders, opvoedingsverantwoordelijken, en situatie.
  • Tijdens de toepassing wordt blijvend gezocht naar minder ingrijpende alternatieven.
  • Passende maatregelen worden genomen om de minderjarige van nodige medische zorg te verzekeren.
  • Er moet regelmatig contact zijn met de minderjarige.
  • De minderjarige moet de mogelijkheid hebben om heen en weer te communiceren met een jeugdhulpverlener of begeleider.
     
2. Afzondering als reactie bij acuut en ernstig gevaar voor fysieke of psychische integriteit van de minderjarige of andere personen:
  1. Afzondering mag alleen worden gebruikt als laatste redmiddel als preventieve maatregelen niet werken en er acuut gevaar is voor de minderjarige of anderen.
  2. De maatregel moet zo kort mogelijk duren en stoppen zodra het gevaar is geweken.
  3. Toepassing gebeurt alleen op maat van en zo veel mogelijk afgestemd met de minderjarige, ouders, opvoedingsverantwoordelijken, en situatie.
  4. Tijdens toepassing wordt blijvend gezocht naar minder ingrijpende alternatieven.
  5. Mechanische fixatie* bij minderjarigen jonger dan twaalf is verboden.
  6. Gelijktijdig toepassen van afzondering samen met fixatie wordt zoveel mogelijk vermeden.
  7. Passende maatregelen worden genomen om de minderjarige van nodige medische zorg te verzekeren.
  8. Tijdens de maatregel moet er regelmatig contact zijn met de minderjarige.
  9. De minderjarige moet de mogelijkheid hebben om heen en weer te communiceren met een jeugdhulpverlener of begeleider.
*mechanische fixatie = fixatie door het gebruik van mechanische hulpmiddelen die bevestigd zijn aan of in de directe omgeving van de persoon. Die mechanische hulpmiddelen kunnen niet zelfstandig door de persoon verwijderd worden. Hulpmiddelen voor het ondersteunen of corrigeren van de fysieke houding van de persoon die bevestigd zijn aan of in de directe omgeving van de persoon, en die niet zelfstandig door de persoon verwijderd kunnen worden, worden niet beschouwd als mechanische fixatie, tenzij die hulpmiddelen buiten hun oorspronkelijke doelstelling gebruikt worden.
 
Registratie van afzondering:
Alle details van fixatie moeten worden opgenomen in het dossier van de minderjarige, inclusief:
  • Het type maatregel
  • Omstandigheden, aanleiding of reden en uitgeprobeerde alternatieven.
  • Tijdstip van begin en einde
  • Eventuele verwondingen van minderjarig of jeugdhulpverleners.
  • Opmerkingen van de minderjarige en/of vertegenwoordiger van minderjarige over verloop van maatregel.
  • Tijdstippen van observaties tijdens toezicht en momenten van communicatie met minderjarige.
  • De nabespreking (Na de afzondering moet er steeds een nabespreking volgen met de minderjarige, ouders, en indien van toepassing, opvoedings-verantwoordelijken.)

     

    CONCREET

    Binnen een jeugdhulpvoorziening kan men dus (zeker vanaf 17 mei 2027) pas overgaan tot 'afzondering in de vorm van een time-out' indien aan alle bovenstaande voorwaarden is voldaan. 
    Wanneer men de 'time-out/afzondering' gebruikt als preventie of ter bevordering van ontwikkelingskansen, moet er steeds toestemming zijn van de bekwame minderjarige en de ouders van de (ook onbekwame) minderjarige. Wanneer men gebruikt maakt van 'time-out/afzondering' als reactie op acuut gevaar moet men dit doen in toepassing van een beleid waarbij minderjarigen, ouders en in voorkomend geval opvoedingsverantwoordelijken betrokken werden bij de ontwikkeling ervan.
    Men moet het gebruik van de 'time-out/afzondering' steeds uitgebreid registreren in het dossier van de betrokkene. En er moet nadien altijd een nabespreking volgen met betrokkenen. Waarom is de maatregel toegepast en wat kan daaruit worden geleerd?

 

Let wel een time-out waarbij minderjarigen na een incident naar hun kamer gestuurd worden (om af te koelen, om na te denken,...) waarbij ze hun kamer wel vrij kunnen verlaten, valt, zoals eerder aangegeven, niet onder de definitie van 'afzondering' in het DRM. Voor het toepassen van een dergelijke 'reactie', hoeven de voorwaarden voor vrijheidsbeperkende maatregelen dan ook niet gevolgd worden.

Deze reactie moet wel aan de algemene principes van het reactiebeleid van de voorziening voldoen: 

  1. er wordt prioritair ingezet op dialoog, bemiddeling of herstel;
  2. elk optreden is leeftijdsadequaat, en houdt rekening met de ontwikkeling en de persoonlijkheid van de minderjarige;
  3. elk optreden houdt rekening met de omstandigheden, met inbegrip van het traject van minderjarige, en gebeurt zo veel mogelijk in dialoog met de minderjarige;
  4. elk optreden is proportioneel met het gestelde gedrag, waarbij gekozen wordt voor het minst ingrijpende;
  5. elk optreden wordt beoordeeld op zijn billijkheid;
  6. elk optreden bevordert de ontwikkeling van de minderjarige en heeft geen traumatische uitwerking.

Een time-out (die geen afzondering inhoudt!) kan opgelegd wordt als sanctie, maar enkel individueel, en ouders of opvoedingsverantwoordelijken moeten hiervan op de hoogte gebracht worden.

Het huishoudelijk reglement van de voorziening moet verder details bevatten over welke sancties kunnen worden opgelegd, wie dit kan doen en hoe een sanctie eindigt. En over de procedure voor het opleggen van een sanctie, inclusief hoe de minderjarige betrokken wordt en hoe er voor herstel gezorgd wordt.

De (datum, begin- en einduur, en de aanleiding voor) sancties die worden opgelegd moeten steeds geregistreerd in het dossier van de minderjarige. 

Nadat de sanctie uitgevoerd is, moet en ten slotte altijd een nabespreking met de minderjarige volgen.

Menswaardige behandeling