Contact  |

Elke cliënt, zowel de (onbekwame of bekwame) minderjarige als de meerderjarige, heeft volgens art. 29 DRM het recht om bij een jeugdhulpvoorziening, de toegangspoort of het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg klachten te formuleren. Kan dit klachtrecht uit het DRM doorgetrokken worden naar ouders of voogd?

Elke cliënt, zowel de (onbekwame of bekwame) minderjarige als de meerderjarige, heeft volgens art. 29 DRM het recht om bij een jeugdhulpvoorziening, de toegangspoort of het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg klachten te formuleren over de jeugdhulp, de leefomstandigheden binnen residentiële jeugdhulpverlening én de niet-naleving van zijn rechten.
Ouders en voogd zouden dit klachtrecht als wettelijke vertegenwoordigers van hun minderjarige kinderen eventueel kunnen uitoefenen in hun plaats.  

Verder hebben kinderen en jongeren, ouders, opvoedingsverantwoordelijken en vertrouwenspersonen van kinderen en jongeren ook een klachtrecht m.b.t. de toegangspoort, de gemandateerde voorzieningen en de sociale dienst op basis van art. 78 Decreet Integrale Jeugdhulp.
 

Wanneer het gaat om meerderjarige cliënten, of t.a.v. andere jeugdhulpvoorzieningen wordt door toepasselijke regelgeving binnen Integrale Jeugdhulp verder geen concreet klachtrecht voorzien voor ouders.
Hoewel Opgroeipunt wel uitdrukkelijk voorziet dat iedereen, jong of oud, burger of medewerker, positief of negatief, bij hen terecht kan met een melding mbt de jeugdhulp.

Een kwaliteitsvolle klachtenbehandeling, waar bemiddeling een expliciete plaats krijgt, vormt natuurlijk wel een noodzakelijk element in het werken aan kwaliteit. Dit werd dan ook opgenomen in het nieuwe (en het oude) Kwaliteitsdecreet.

Op 3 mei 2023 keurde het Vlaams Parlement het decreet over de kwaliteit van zorg in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin goed.
Dit decreet geldt voor het hele beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG), schetst de grote lijnen voor het werken aan kwaliteit van zorg en maakt het mogelijk om flexibel in te spelen op evoluties in zorg en ondersteuning en op maatschappelijke tendensen. Het decreet formuleert belangrijke principes en verwachtingen ten aanzien van voorzieningen die zorg verlenen. ‘Zorg’ wordt daarbij breed gedefinieerd: het gaat over de activiteiten in het kader van het gezondheids-, welzijns-, of gezinsbeleid, en omvat dus zowel hulp, ondersteuning, zorg, …
De komende periode zal men verder invulling geven aan het decreet, in overleg met de belanghebbenden, en rekening houdend met de huidige dynamieken én regelgeving. De invulling gebeurt voor zover het kan intersectoraal, waar nodig en waar aangewezen per sector of per werkvorm. 
De bepalingen zullen dus pas uitwerking krijgen als aan die bepalingen voor de verschillende sectoren/werkvormen en/of intersectoraal uitvoering wordt gegeven in nieuwe regelgeving, zoals uitvoeringsbesluiten. Intussen blijft het huidige kwaliteitsdecreet gelden.

17 OKTOBER 2003. - Huidige Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen
Art.3 § 1. Onverminderd de naleving van de [1 [2 erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunningsnormen]2 ]1 die op haar van toepassing zijn, is een voorziening, overeenkomstig haar opdracht, verplicht aan iedere gebruiker verantwoorde zorg te verstrekken, zonder onderscheid van leeftijd of geslacht, van ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, van ras of geaardheid en zonder onderscheid van de vermogenstoestand van de betrokkene.
  § 2. De verantwoorde zorg, bedoeld in § 1, voldoet aan de vereisten van doeltreffendheid, doelmatigheid, continuïteit, maatschappelijke aanvaardbaarheid en gebruikersgerichtheid. Bij het verstrekken van die zorg zijn respect voor de menselijke waardigheid en diversiteit, de bejegening, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het zelfbeschikkingsrecht, de klachtenbemiddeling en -behandeling, de informatie aan en de inspraak van de gebruiker en iedere belanghebbende uit zijn leefomgeving gewaarborgd.
  § 3. Voorzieningen en gebruikers hebben elk een aandeel in de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg, onverminderd de verantwoordelijkheid van de overheid.


17 OKTOBER 2003. - Nieuwe Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen
Art.3.§ 1. Onverminderd de naleving van de erkenningsnormen of, wat kinderopvang van baby's en peuters en pleegzorg betreft, vergunningsnormen die op haar van toepassing zijn, is een voorziening, overeenkomstig haar opdracht, verplicht aan iedere gebruiker verantwoorde zorg te verstrekken, zonder onderscheid van leeftijd of geslacht, van ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, van ras of geaardheid en zonder onderscheid van de vermogenstoestand van de betrokkene.
  § 2. De verantwoorde zorg, bedoeld in § 1, voldoet aan de vereisten van doeltreffendheid, doelmatigheid, continuïteit, maatschappelijke aanvaardbaarheid en gebruikersgerichtheid. Bij het verstrekken van die zorg zijn respect voor de menselijke waardigheid en diversiteit, de bejegening, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het zelfbeschikkingsrecht, de klachtenbemiddeling en -behandeling, de informatie aan en de inspraak van de gebruiker en iedere belanghebbende uit zijn leefomgeving gewaarborgd.
  § 3. Voorzieningen en gebruikers hebben elk een aandeel in de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg, onverminderd de verantwoordelijkheid van de overheid.
Klachten