Contact  |

Moeder wil niet dat vader betrokken wordt bij de hulpverlening. Moet/kan de voorziening dat respecteren?

Wanneer de instemming van ouders nodig is om bepaalde jeugdhulp aan te bieden, is de instemming van beide ouders nodig. De Belgische wet voorziet wel in een vermoeden, waarbij derden ervan mogen uitgaan dat elke beslissing genomen of elke handeling gesteld door één ouder gebeurt mét instemming van de andere ouder. Enkel wanneer derden kunnen weten dat er op een bepaald gebied onenigheid is tussen ouders, hebben zij de expliciete instemming van elke ouder nodig.

Aangezien de moeder zich hier verzet tegen de betrokkenheid van de vader, kan de jeugdhulpverlening er niet van uitgaan dat de vader akkoord gaat met de jeugdhulpverlening. Ook zijn instemming is dus nodig om jeugdhulp te kunnen aanbieden. Indien men zonder instemming van beide ouders, en zonder beslissing van de rechter, toch jeugdhulp zou aanbieden (in het belang van een minderjarige), kan de ouder wiens instemming ontbrak naar de rechter stappen om te vragen om de jeugdhulp te stoppen, en een schadevergoeding te vragen.

De regel van toestemming van beide ouders vervalt bij een noodtoestand. Dit wil zeggen dat men deze regelgeving moet schenden om hogere waarden, zoals de fysieke of seksuele integriteit van een minderjarige, te beschermen.

Rechten van ouders