Contact  |

2024 - Momenteel mogen de jongeren slechts uitzonderlijk op het internet in de voorziening. Als ze toegang krijgen, mogen ze geen e-mails versturen. Druist deze beperking in op het recht op privacy in het DRM?

E-mails versturen is – net als brieven sturen en telefoneren - een manier om contact te hebben met familie, vrienden, enz. Een algemeen verbod op e-mailen is dus inderdaad een beperking op het recht op privacy en het recht op contact. 

De minderjarige die in de residentiële jeugdhulpverlening of een gemeenschapsinstelling verblijft, heeft het recht op extern contact (incl. het recht op toegang tot internet) en het recht om met iedereen naar keuze regelmatig te communiceren, zolang dit overeenkomt met de bepalingen van het huishoudelijk reglement en rekening houdend met het begeleidingstraject van de minderjarige.

Een voorziening kan de minderjarige enkel verbieden om te communiceren met een persoon naar keuze als de volgende voorwaarden zijn nageleefd:

  1. het verbod slaat enkel op het contact met specifiek bepaalde personen;
  2. de beslissing wordt genomen terwijl er gewacht wordt op een finale beslissing van de rechter;
  3. de beslissing is nodig om de veiligheid van de minderjarige te verzekeren.

Een gemeenschapsinstelling kan het contact met bepaalde personen uitzonderlijk ook beperken zonder te wachten op een finale beslissing van de rechter, als er een beoordeling was over de situatie van de minderjarige die aantoont dat de orde of de veiligheid in het gevaar is.

Een beperking vanuit de voorziening of de gemeenschapsinstelling moet besproken worden met de minderjarige en moet gekaderd worden binnen zijn begeleidingstraject. De reden(en) voor de beperking worden in het dossier van de minderjarige geschreven. 
De beperking duurt hoogstens veertien dagen maar die duur kan één keer verlengd worden met nog eens veertien dagen. De jeugdrechter wordt op de hoogte gebracht van de beperking en kan eventueel beslissen om de beperking langer te laten duren dan 28 dagen. 

Let wel: Minderjarigen hebben op basis van het DRM recht om onbeperkt brieven te schrijven en post te ontvangen behalve als er een rechterlijke beslissing is t.a.v. communicatie met specifieke personen.


Het huishoudelijke reglement kan wel bepalen aan welke controle schriftelijke communicatie, zoals o.a. briefwisseling en mails, kunnen worden onderworpen met het oog op de veiligheid, zonder dat de inhoud van de schriftelijke communicatie kan worden gelezen.

Het recht op privacy is fundamenteel en uitzonderingen zijn enkel mogelijk als ze doordacht en gemotiveerd zijn. Het vernieuwde DRM nodigt voorzieningen uit om verder na te denken over de noodzaak en verantwoording van bepaalde beperkingen. Waarom worden rechten beperkt? Kan het misschien ook anders? Wordt hierover in dialoog gegaan met de minderjarigen? 

Privacy