Contact  |

Wanneer een minderjarige, volledig overstuur, hulp komt zoeken in een JAC voor een ernstig, concreet probleem is het moeilijk álle informatie – bijvoorbeeld over de rechten in de jeugdhulp – te bespreken in een eerste gesprek. Schenden we dan het DRM?

Het DRM gaat uit van het recht op open, duidelijke en toereikende informatie over de jeugdhulp. Het informatierecht strekt zich uit over alle aspecten van de jeugdhulp, zoals:

  • het beschikbaar jeugdhulpaanbod;
  • de diagnose of probleemstelling;
  • de aard, het nut en de urgentie van de jeugdhulp;
  • de vermoedelijke doeltreffendheid en duur van de jeugdhulp;
  • de mogelijk te verwachten gevolgen en neveneffecten van de jeugdhulp voor de minderjarige;
  • de risico’s van de afwezigheid van jeugdhulp;
  • de alternatieven voor de aangeboden jeugdhulp;
  • de totale kostprijs van de jeugdhulp voor de minderjarige;
  • de werking van de jeugdhulpvoorziening;
  • de ideologische en religieuze basis;
  • de gehanteerde hulpverleningsmethode;
  • de klachtenprocedure;
  • de participatiestructuur;
  • de rechten en plichten van de minderjarige;
  • de rechten en plichten van de jeugdhulpverlener;
  • de doelstellingen van de jeugdhulp;
  • informatie over de contacten van jeugdhulpverleners met familie en andere jeugdhulpverleners;
  • de evaluatieprocedure.

Dat is inderdaad teveel informatie om in één keer mee te geven. Afhankelijk van de sector en de hulpmodule wordt dit recht dan ook verschillend ingevuld. Een pragmatische aanpak is daarbij aangewezen.

Het is de bedoeling dat de minderjarige van in het begin alle mogelijke informatie krijgt die op dat moment en in die context noodzakelijk en nuttig is. Dat wordt mee bepaald door de aard en ernst van de hulpvraag, het gemoed en het begripsvermogen van de minderjarige, zijn draagkracht enz. Een overvloed aan informatie kan ook overweldigend of verwarrend zijn. Vandaar het belang op regelmatige tijdstippen opnieuw informatie te geven over de mogelijke aanpak van de hulpvraag. Het is ook mogelijk om informatiedragers (op papier of online) mee te geven, zodat de minderjarige daar steeds naar kan teruggrijpen of op een later moment op terug kan komen.

Informatie