2025 - De vader van een 8-jarig kind is onbekend, haar moeder slechts sporadisch betrokken. Het kind is geplaatst in het gezin van haar tante, dat optreedt als pleeggezin. Men wil begeleiding door een CGG aanvragen. Is instemming van de moeder nodig?

Binnen de Jeugdhulp kan buitengerechtelijke jeugdhulpverlening enkel worden opgestart met de instemming van alle personen tot wie ze zich richt. 
Bij een onbekwame minderjarige (zoals een 8-jarig meisje) moeten de ouders instemmen met de jeugdhulp op grond van hun ouderlijk gezag. De instemming van de moeder is dus vereist om begeleiding van het CGG te kunnen vragen. 
Is dat niet mogelijk, dan kan men thuisbegeleiding organiseren met de toelating van de jeugdrechter. Dat is mogelijk makkelijker te vragen wanneer deze reeds gevat was voor de pleegplaatsing.

Merk op: Sinds 2017 kunnen langdurige pleegzorgers dagelijkse en dringende beslissingen nemen over hun pleegkind. Daarnaast kunnen ouders nog meer rechten die onder het ouderlijk gezag vallen, bv. de mogelijkheid om beslissingen te nemen betreffende de jeugdhulp, delegeren aan perspectief pleegouders. Deze delegatie moet op papier staan en gehomologeerd worden door de familierechtbank alvorens pleegzorgers zich hierop kunnen baseren in contacten met derden, bv. jeugdhulpverleners.

De moeder van het meisje zou haar recht om beslissingen te nemen aangaan de buitengerechtelijke jeugdhulp aan haar onbekwame, minderjarige dochter, kunnen delegeren aan een langdurige pleegzorger, met name haar tante. In dat geval kan de tante toestemmen met de begeleiding van het CGG en moet de moeder niet meer toestemmen.