Contact  |

Een moeder belt het CGG om het dossier van haar zoon van 14 jaar op te vragen, die enkele jaren geleden in begeleiding was in het centrum. Ze heeft dit nodig om opnieuw bij een psychiater hulpverlening te starten. Heeft zij recht op een afschrift van dit dossier? Moet de toestemming van de jongere worden gevraagd, nu hij ouder is dan 12 jaar? Als de moeder gescheiden is, moet de informatie over vader worden weggelaten? Wie beoordeelt dit?

Het dossier in een CGG wordt in zijn geheel als een medisch dossier beschouwd. Niet het DRM maar de Wet Patiëntenrechten is hier van kracht. Deze wet bepaalt dat de beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg verantwoordelijk is voor het dossier. Voor het CGG is dit de psychiater die de leiding heeft over het centrum.

De Wet Patiëntenrechten stelt dat de minderjarige die tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, zijn rechten als patiënt zelfstandig kan uitoefenen. Dus ook het inzagerecht. Enkel wanneer de psychiater van mening is dat de betrokken minderjarige onbekwaam is, zal het inzagerecht door de ouders, in dit geval de moeder, kunnen worden uitgeoefend. Dat inzagerecht geldt noch voor de persoonlijke notities van een beroepsbeoefenaar, noch voor de gegevens die betrekking hebben op derden (conform de Wet Verwerking Persoonsgegevens).

Wat betreft contextuele gegevens is het DRM niet in tegenspraak met de Wet Patiëntenrechten. De sectorale overheid (Zorg en Gezondheid) raadt dan ook aan deze toe te passen in de praktijk van het CGG. Dit betekent:

  • als de bekwame minderjarige om een afschrift vraagt, heeft hij ook recht op informatie over zijn relatie met mensen uit de context, inclusief de vader.
  • als de moeder om een afschrift vraagt, in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar onbekwame zoon, heeft zij enkel recht op informatie die haar zoon zelf betreft en op informatie die háár relatie met haar zoon betreft.
Dossier