Contact  |

Ik werk in een verticale meisjesleefgroep in een voorziening binnen de bijzondere jeugdzorg. Vroeger werd ter preventie de prikpil gegeven aan meisjes van zodra deze begonnen te menstrueren. Deze praktijk wordt nu in vraag gesteld en in overleg met onze huisartsen wordt er momenteel gezocht naar de meest passende vorm van anticonceptie voor ieder meisje op zich.
Wij stellen ons de vraag of er vanuit het beleid kan gesteld worden dat van zodra een meisje begint te menstrueren er anticonceptie moet opgestart worden. Vanaf welke leeftijd moet het meisje hier zelf mee akkoord gaan en in welke mate moeten de ouders hierbij betrokken worden?

Minderjarigen zijn volgens de Belgische wetgeving (meer bepaald het Burgerlijke Wetboek) handelingsonbekwaam. Dit betekent dat minderjarigen in principe geen beslissingen kunnen nemen of handelingen kunnen stellen die juridische gevolgen met zich meebrengen. Ze kunnen hierdoor ook geen contracten ondertekenen.

Minderjarigen staan daarom onder het gezag van hun wettelijke vertegenwoordigers (ouders of voogd) die deze beslissingen kunnen nemen voor of over hun minderjarige kinderen.

 

Momenteel bestaan echter 2 belangrijke regelgevingen die een uitzondering voorzien op de algemene handelingsonbekwaamheid van minderjarigen:  De Wet Patiëntenrechten en het Decreet rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp.

 

1. Art. 12 Wet Patiëntenrechten (kortweg W.P.):

§ 1. Bij een patiënt die minderjarig is, worden de rechten zoals vastgesteld door deze wet uitgeoefend door de ouders die het gezag over de minderjarige uitoefenen of door zijn voogd.

§ 2. De patiënt wordt betrokken bij de uitoefening van zijn rechten rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. De in deze wet opgesomde rechten kunnen door de minderjarige patiënt die tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat kan worden geacht, zelfstandig worden uitgeoefend.

 

- De Wet Patiëntenrechten stelt dus dat wanneer de patiënt minderjarig is, zijn patiëntenrechten in principe uitgeoefend worden door zijn wettelijke vertegenwoordigers (ouders of voogd).

- Wanneer de minderjarige patiënt echter tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat wordt geacht (door de betrokken beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg: arts, verpleegkundige, klinisch psycholoog,...) en dus als wilsbekwaam wordt beschouwd, kan deze zelfstandig zijn patiëntenrechten uitoefenen door bv. zelfstandig een afspraak te maken met een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg naar zijn keuze en op consultatie te gaan, zelfstandig toegang tot zijn dossier te vragen, en/of beslissingen te nemen aangaande zijn gezondheidszorg (inclusief het beslissen over anticonceptie, ingrepen en het weigeren van levensnoodzakelijke behandelingen).

- Anders dan in het Decreet rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp waar minderjarigen vanaf 12 jaar worden vermoed om bekwaam te zijn, voorziet de Wet Patiëntenrechten hiervoor niet in een leeftijdscriterium. Het is aan de betrokken beroepsbeoefenaar om af te wegen of zijn minderjarige patiënt voldoende kan inschatten wat in zijn belang is + voldoende kan inschatten wat de gevolgen zullen zijn van zijn beslissingen, daden.) In de praktijk wordt dat vaak ingeschat vanaf 12 jaar naar voorbeeld van het DRM.

 

Wanneer de minderjarige patiënt als bekwaam wordt beschouwd, brengt dit bovendien met zich mee dat het beroepsgeheim van de betrokken beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg ten volle speelt, ook t.a.v. de ouders van de bekwame, minderjarige patiënt.

 

 

2. Art. 4 Decreet Rechtspositie betreffende de Minderjarige in de Integrale Jeugdhulp (kortweg DRM)

Het DRM (dat de rechten van minderjarige cliënten in de jeugdhulp opsomt) vermoedt dat minderjarigen vanaf 12 jaar bekwaam zijn. 

- Rekeninghoudend met dit vermoeden, kunnen hulpverleners de bekwaamheid van minderjarigen in elke concrete situatie wel vrij inschatten (en dus afwegen of de minderjarigen voldoende kunnen inschatten wat in hun belang is + voldoende kunnen inschatten wat de gevolgen zullen zijn van hun beslissingen, daden).  

Let wel, sinds de wijziging in het decreet IJH (2014) heeft men naast de toestemming van de bekwame, minderjarige cliënt ook de toestemming van ouders nodig voor het organiseren van ingrijpende (residentiële of na tussenkomst ITP) buitengerechtelijke jeugdhulp.

 

Concreet

 

In de gezondheidszorg wordt in de vakliteratuur meestal aangenomen dat minderjarige meisjes alle beslissingsrechten aangaande hun voortplantingsstelsel zelfstandig kunnen uitoefenen van zodra ze menstrueren en dus biologisch in staat zijn om zwanger te worden. 
Het is dus in principe aan de betrokken meisjes zelf om te beslissen of ze anticonceptie willen, welke, en bij welke arts ze hiervoor langs willen gaan. 

Ouders en begeleiders kunnen hierover natuurlijk wel gesprekken voeren met hen en hen informeren over de mogelijkheden en hun belangen, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de meisjes zelf.
De arts mag hierover, omwille van zijn beroepsgeheim, eigenlijk ook niet concreet communiceren met ouders of begeleiders (tegen de wil van de bekwame minderjarige).

Wanneer een bepaald meisje bv. omwille van een ernstige mentale beperking, echt niet in staat zou zijn om in te schatten wat in haar belang is, of niet in staat is om de gevolgen van bepaalde daden en/of beslissingen in te schatten, kan de behandelende beroepsbeoefenaar haar wel als wilsonbekwaam inschatten en behandelen. In principe mogen de ouders van de onbekwame minderjarige patiënt dan beslissingen nemen m.b.t. anticonceptie. In principe want beslissingen die onomkeerbare gevolgen zouden hebben voor de minderjarige (bv. een sterilisatie), kunnen ouders niet nemen in de plaats van hun kind. Hierover moet een ethische commissie in het ziekenhuis, of een rechter beslissen.

Merk op: Aangezien de bescherming van de fysieke integriteit van personen tot de grondrechten behoort, kan een meisje hiervan niet op voorhand afstand doen op een algemene wijze door bv. een huishoudelijk reglement te ondertekenen waarin ze zich akkoord zou verklaren met bepaalde, verplichte anticonceptie bij opname in de voorziening.
Bekwaamheid Instemming