Contact |
Na 3 jaar in een pleeggezin keert een jongen van 14 jaar terug naar huis. Hij wil contact houden met zijn pleegouders maar zijn ouders weigeren. Kunnen zij het contact tegenhouden?
Nu het hulpaanbod formeel is beëindigd, gelden de regels van het decreet Integrale jeugdhulp en het DRM niet langer. Hier is het gewone burgerlijk recht van toepassing.
Minderjarigen blijven tot de dag van hun meerderjarigheid onder het gezag van hun ouders en tot dan ook handelingsonbekwaam. Ouders hebben dus wel degelijk iets te zeggen over de contacten van hun kinderen met anderen. Indien de jongen en zijn ouders er onderling niet uitkomen, zijn er nog weinig mogelijkheden om zo’n contact in stand te houden als de ouders zich blijven verzetten.
Het Burgerlijk Wetboek voorziet wel een omgangsrecht met derden (artikel 375 bis), bijvoorbeeld voor grootouders en iedereen die aantoont een bijzondere affectieve band met een kind te hebben. Als de instemming van de ouders ontbreekt, moet dit contactrecht voor de rechtbank worden afgedwongen. De minderjarige kan zelf zo geen procedure starten, dus de pleegouders moeten dit doen. Dan is het ook aan hen om die bijzondere affectieve band te bewijzen.