Contact  |

Tot welke gegevens heeft de vertrouwenspersoon van de minderjarige toegang? En hoe kun je contextfiguren (bv. ouders) de zekerheid geven dat de informatie die ze inbrengen vertrouwelijk blijft?

De vertrouwenspersoon heeft toegang tot alle gegevens waartoe de minderjarige zelf ook toegang heeft. Meer zelfs, want hij heeft ook toegang tot gegevens die voor de minderjarige onder de ‘agogische exceptie’ afgesloten blijven. Meer informatie hierover is te vinden onder het thema dossier.

Bekwame minderjarigen hebben recht op toegang tot hun dossier, nl. alle gegevens over zichzelf en contextinformatie (bv. over en van hun ouders in relatie met zichzelf), tenzij deze uitdrukkelijk als vertrouwelijk zijn bestempeld. Wanneer hulpverleners menen dat toegang tot bepaalde informatie (op dat moment) niet in het belang van de minderjarige is, kunnen ze de agogische exceptie inroepen. De minderjarige zelf heeft dan geen toegang tot die gegevens, de vertrouwenspersoon wel. De vertrouwenspersoon moet dan de afweging maken of en hoe hij deze informatie al dan niet bespreekt met de minderjarige. Toegang wordt gegeven via inzage, of door mondelinge bespreking of rapportage.

Contextfiguren kunnen dus ingelicht en eventueel gerustgesteld worden:

  • Enkel de vertrouwenspersoon mét beroepsgeheim heeft toegang tot hun informatie,
  • Zij kunnen bepaalde zaken enkel vertrouwelijk meedelen, zodat die onder die exceptie in het dossier komen. Die informatie is dan niet toegankelijk, noch voor de minderjarige noch voor de vertrouwenspersoon.
Bijstand / Vertrouwenspersoon